Najaarsvergadering 2019

De staat van de rechtspraak

  • Vrijdag 13 december 2019
  • Van: 14:00 tot: 17:30

Er is veel te doen over de positie van de rechtspraak en het rechterlijk domein. Zo vindt er een verschuiving plaats van zaken van de burgerlijke rechter en de strafrechter naar de bestuursrechter. Ook verschijnen er met enige regelmaat nieuwe organisaties op het vlak van de alternatieve geschilbeslechting – ofwel geschilbeslechting buiten de overheidsrechter om – aan de horizon. Deze en andere ontwikkelingen roepen vragen op. Wat behoort tot de (kern)taak van de overheidsrechter? Wat zijn (kern)taken van de burgerlijke rechter, de strafrechter en de bestuursrechter? Hebben ontwikkelingen binnen de overheidsrechtspraak in de afgelopen jaren, de impact van bezuinigingen en het streven naar snelheid en efficiëntie, een nadelige invloed op de rechtsbescherming? Is de Nederlandse rechtsstaat bestand tegen eventuele aanvallen op of ondermijning van de rechtspraak? Bestaan er in ons land op dit punt reële risico’s? Wordt de rol van de advocaat gemarginaliseerd door ontwikkelingen in en rondom de rechtspraak? Anders gezegd: welke checks and balances hebben we nodig om te (blijven) zorgen voor een goede, evenwichtige, rechtspraak?

Als inleiders zullen optreden mr. D.M. de Knijff (advocaat bij Ekelmans & Meijer te Den Haag en voormalig Deken in het arrondissement Den Haag) prof. mr. M. Kuijer (plv. lid van de Venetië Commissie van de Raad van Europa) en prof. mr. R.J.B. Schutgens (hoogleraar Algemene rechtswetenschap aan de Radboud Universiteit en voorzitter van het Nijmeegse Onderzoekscentrum voor Staat en Recht).

STELLINGEN PROF. MR. R.J.B. SCHUTGENS

  1. Het politieke verwijt dat er in Nederland sprake zou zijn van een ‘gouvernement des juges’ of ‘dikastocratie’ verdient serieuze aandacht van juristen.
  2. The very point van de rechterlijke onafhankelijkheid is, dat de rechter in alle vrijheid uitspraken kan doen die politiek slecht vallen.
  3. Politieke gevoeligheid an sich is onvoldoende reden voor rechterlijke terughoudendheid.
  4. In maatschappelijk gevoelige zaken vormt de gebondenheid van de rechter aan de wet de sterkste legitimatie van zijn oordeel. Ontbreekt in politiek gevoelige zaken een duidelijk wettelijk kader, dan kan dat een reden zijn voor rechterlijke terughoudendheid.
  5. In zaken waarover weldenkende mensen niet van mening verschillen is rechtelijke terughoudendheid onnodig, ongeacht de eventuele ‘vaagheid’ van de toegepaste normen. 

STELLINGEN PROF. MR. M. KUIJER

  1. De Nederlandse rechtsorde moet investeren in een ‘rechtsstatelijke kreukelzone’.
  2. Schaf het huidige constitutionele toetsingsverbod zoals neergelegd in artikel 120 Grondwet af en richt een constitutioneel hof op.
  3. In de opleiding respectievelijk permanente educatie van Nederlandse rechters zou meer aandacht besteed moeten worden aan de politiek-bestuurlijke context waarin de rechterlijke taak in de hedendaagse maatschappij moet worden uitgeoefend.

STELLINGEN MR. D.M. DE KNIJFF

  1. Voor een opleiding moet je niet bij een advocaat zijn.
  2. Het procesmonopolie is rijp voor afschaffing.